Afgelopen dagen hoor ik het vooroordeel vaak: hoogbegaafde leerlingen zijn sociaal emotioneel onderontwikkeld. Ik ontvang bijvoorbeeld de casus over een leerling met de vraag: moeten wij als team nu eerst zijn sociaal onvermogen aanpakken of de hoogbegaafdheid? De vraag klinkt als een ‘dubbel probleem’.

Zo is de vraag niet bedoeld. Maar wellicht spreekt hier toch de onbewuste overtuiging dat het in de klas toch wel degelijk als twee problemen (van het kind) worden gezien.

Vooroordelen
Als ik een vooroordelenspel inzet tijdens trainingen of opleiding, dan vraag ik leerkrachten om een tekening te maken van een hoogbegaafde leerling. Zij krijgen hiervoor 2 minuten. Daarna wordt de tekening opgeborgen.

Als ik een uur later een spelkaart laat zien met de stelling: ‘alle hoogbegaafden hebben een bril’, dan moet iedereen lachen. Voor iedereen is helder dat de stelling niet waar is. Maar dan. Ik vraag iedereen de tekening te laten zien. Wat denk je: hoeveel mensen hebben een leerling getekend met een bril………….?

Kennis opdoen
Zo werkt dit bij ons allemaal. Eén van de dingen die je hier tegen kan doen, is kennis op doen om je inzichten te verbreden. Vooroordelen zijn namelijk altijd deels waar: er zijn hoogbegaafde leerlingen met een bril. Maar niet allemaal.

Niet waar
Onlangs heb ik vanuit SLO een workshop gevolgd van Stijn Smeets (Universiteit Leuven) en ik deel graag een deel van de opgedane kennis. De volgende vooroordelen zijn niet waar:

  1. Het zelfbeeld van hoogbegaafde leerlingen wordt ongunstig beïnvloed door deze leerlingen in speciale programma’s (bijvoorbeeld de plusklas) te plaatsen.
  2. Hoogbegaafde leerlingen raken meer in een sociaal isolement dan anderen.
  3. Hoogbegaafde leerlingen krijgen met meer stress te maken door het verhogen van de lat.
  4. Hoogbegaafde leerlingen worden elitair van speciale programma’s zoals een plusklas (voelen zich beter dan de rest).
  5. Hoogbegaafde leerlingen moeten niet versnellen, want dit brengt problemen met de puberteit in het voortgezet onderwijs.
  6. Hoogbegaafde leerlingen lopen cognitief voor, maar hebben sociaal emotioneel een achterstand.

Vooroordelen voorkomen
In dit blog behandel ik alleen het laatste vooroordeel. Maar voor ik dit doe, wil ik in het algemeen zeggen waarom de vooroordelen van de hoogbegaafde leerlingen hardnekkig zijn. Ik noem een paar oorzaken:

  1. Alleen de probleemgevallen vallen op. We zien niet de grotere groep hoogbegaafden zonder het probleem.
  2. Er wordt uitgegaan van één of enkele situaties die je zelf hebt meegemaakt of van hebt gehoord. Er is geen toetsing naar een groter geheel.
  3. Er is geen verdieping of kennis opgedaan, waardoor het gedrag verkeerd geïnterpreteerd wordt en verkeerde conclusies worden getrokken.
  4. Er is baat bij het in stand houden van het vooroordeel vanwege handelingsverlegenheid. We zoeken en zien de bevestiging van het vooroordeel.

Zolang we zelf niets doen aan bovenstaande punten, blijven vooroordelen bestaan. Ten koste van deze kinderen.

Sociaal emotionele achterstand
Lopen hoogbegaafde leerlingen cognitief voor en hebben ze een sociaal emotionele achterstand? Allereerst moeten we ons bewust zijn dat we hier spreken over drie zaken: de cognitieve vermogens, de sociale vermogens en de emotionele vermogens.

Het zal vrij gemakkelijk te accepteren zijn dat hoogbegaafde leerlingen cognitief voorlopen. Dit klopt. Stijn Smeets geeft vervolgens een belangrijk inzicht. Er zijn eigenschappen die WEL gekoppeld zijn met de cognitie. En er zijn ook eigenschappen die NIET gekoppeld zijn met de cognitie.

Cognitie
De eigenschappen die gekoppeld zijn met de cognitie liggen vanwege de bovengemiddelde cognitie ook BOVEN het leeftijdsniveau. De eigenschappen die niet gekoppeld zijn met de cognitie liggen OP leeftijdsniveau. Dit is een belangrijk onderscheid en helpt ons in de volgende stap om het vooroordeel kritisch te beoordelen.

Boven leeftijdsniveau
De onderstaande eigenschappen zijn gekoppeld aan de cognitie en liggen bij hoogbegaafde leerlingen dus BOVEN leeftijdsniveau:

  • Intellectuele vaardigheden
  • Kennis
  • Spel complexiteit
  • Spel interesse
  • Concepten van vriendschap
  • Humor
  • Woordenschat
  • Moreel redeneren
  • Bewustzijn van de wereld
  • Sociale cognitie
  • Mentale leeftijdsgenoten

Je ziet in de rijtje staan dat juist de sociale vermogens boven het leeftijdsniveau liggen. Uit onderzoek (en ook mijn praktijkervaring) blijkt echter dat de omgeving vaak op deze eigenschappen reageert OP leeftijdsniveau (in plaats van daarboven). Een bekend voorbeeld is de kleuter die een conflict krijgt met een klasgenootje, die zich niet aan de gemaakte afspraak houdt om na school samen te spelen. Het concept van vriendschap ligt voor hem al op een hoger leeftijdsniveau dan het vriendje.

Op leeftijdsniveau
En nu de volgende stap. Hieronder volgen namelijk de eigenschappen die niet gekoppeld zijn aan de cognitie en voor hoogbegaafde leerlingen dus gewoon OP leeftijdsniveau liggen:

  • Grootte
  • Motorische coördinatie
  • Handschrift
  • Functionele levensvaardigheden
  • Start puberteit
  • Emotionele behoeften
  • Emotionele regulatie
  • Gezond verstand
  • Sociale tact

Je ziet nu door de twee rijtjes hoe belangrijk het is om de sociale- en emotionele vaardigheden te onderscheiden. Het ene is namelijk aan de cognitie verbonden (boven leeftijdsniveau) bijvoorbeeld sociale cognitie en het ander is niet aan de cognitie verbonden (op leeftijdsniveau) bijvoorbeeld emotie regulatie.

Omgevingsreactie
Maar nu komt pas de essentie die ik wil overbrengen. De omgeving reageert op gedrag van het kind: de niet-gereguleerde emotie. De omgeving verwacht dat het kind zich hierin als BOVEN het leeftijdsniveau moet gedragen op basis van zijn cognitie. Maar dit kan dus niet! De emotie-regulatie is niet verbonden met de cognitie. Zijn sociale cognitie wel.

In het voorbeeld van de kleuter: de kleuter heeft een bovengemiddeld sociaal vermogen en boven leeftijdsniveau concept van vriendschap, maar zijn emoties reguleren ligt gewoon op zijn leeftijdsniveau. De omgeving verwacht echter dat de kleuter zich op beide vlakken boven leeftijdsniveau reageert…….anders heb je geen ontwikkelingsvoorsprong.

Erken de voorsprong
Dit betekent dat hij gezien moet worden in het leren van emoties te reguleren (een executieve vaardigheid), maar zeker zo belangrijk dat hij ook gezien moet worden in zijn bovengemiddelde sociale vaardigheid en concept op vriendschap! Dan zie je het kind in zijn geheel. Dan is er erkenning. Geef vooral aandacht aan zijn sterke kant: hij beoordeelt de situatie van het concept vriendschap heel goed. Er is geen sociaal onvermogen.

Kortom: je kunt niet zeggen dat alle hoogbegaafde leerlingen sociaal emotioneel een achterstand hebben. Het feit is eerder dat de meeste hoogbegaafde leerlingen sociaal boven leeftijdsniveau zitten en emotioneel op leeftijdsniveau. Geen achterstand.

Zien
Nu had een leerkracht onlangs wel een vraag: hoe kan ik nu zien of de leerling sociaal boven leeftijdsniveau ligt? Hoe maak ik het onderscheid tussen juist een achterstand of voorsprong hebben? Ik begrijp dat het lastig is om dit te zien. Wat je ziet, is waarschijnlijk de emotie van de leerling die door de leerling minder handig wordt gereguleerd (OP leeftijdsniveau). Mijn antwoord is dus ook: je kunt het niet zien. Je moet het horen!

Hoor de voorsprong
Horen? Ja, door in gesprek te gaan met de leerling kom je achter de motieven. Dan hoor je het concept van vriendschap, dan hoor je de morele redenen, dan hoor je de sociale cognitie, dan hoor je de kijk op de wereld, dan hoor je de woordenschat, dan hoor je…… de eigenschappen die met de cognitie te maken hebben. Dat wat BOVEN het leeftijdsniveau ligt. Dan weet je het. Het is een voorsprong.

Laatste vraag: heb je meer helderheid en inzicht gekregen in de sociaal emotionele ontwikkeling van (hoog)begaafde sensitieve kinderen?

Meer weten?
Voor zowel basis- als gevorderd niveau geven Merel Sprong en Sonja Morbé modules voor leerkrachten in het specialisme meer- en hoogbegaafdheid. Wil je meer weten, kijk dan eens op de volgende pagina’s: