Eerder schreef ik in de blog ‘Lui en slechte werkhouding’ wat een reden kan zijn, dat je dit gedrag ziet bij (hoog)begaafde sensitieve leerlingen. Een slechte werkhouding wordt vaak gelijkgesteld met ongemotiveerd. De vraag is nu: wat maakt leerlingen wel gemotiveerd?
Nu wil ik een reeks van blogs schrijven. Dit is de eerste. In dit blog laat ik een formule zien zien als onderdeel van motivatie.
ABC-tje van motivatie
De Amerikaanse psychologen Richard Ryan en Edward hebben de zelfdeterminatietheorie bedacht. In hun theorie gaan zij ervan uit dat de intrinsieke motivatie wordt versterkt als een aantal psychologische basisbehoeften van een leerling wordt ingevuld. De basisbehoeften zijn: autonomie, binding en competentie. Dit is het ABC-tje van motivatie.
Competentie
Ik wil in dit eerste blog stil staan bij: de C van competentie. Competentie wordt omschreven als: het vertrouwen dat een leerling heeft of krijgt in zijn eigen kunnen en zo het gevoel heeft dat hij de gewenste resultaten kan behalen.
Je zou zeggen: dat zit wel goed bij (hoog)begaafde sensitieve leerlingen. Ze zijn tenslotte hoogbegaafd en halen makkelijk de gewenste resultaten. Toch? In de praktijk ervaren veel van deze leerlingen dit anders. Klopt de omschrijving dus wel voor (hoog)begaafde leerlingen?
Een gevoel
De basisbehoefte van competentie is een psychologische behoefte. De behoefte is het verkrijgen van een positief gevoel. Dat werkt belonend. Dit gebeurt in het lichaam, het brein. Dat is de intrinsieke motivatie. Als de leerling vertrouwen heeft of krijgt in zijn eigen kunnen (en zo resultaten kan gaan halen), dan levert dit een positief gevoel op.
Grote MAAR
Hier zit echter een grote MAAR aan vast. Dit vertrouwen levert een positief gevoel op als het ook gaat om een taak met voldoende uitdaging. Een kind van 12 jaar zal (gemiddeld gezien) niet meer een enthousiast blij gevoel verkrijgen van het strikken van zijn veters. Een kleuter van 5 jaar wel. Voor de kleuter werkt het nog intrinsiek belonend. Daar zorgt het lichaam / brein voor.
Uitdaging
Veel (hoog)begaafde sensitieve leerlingen hebben niet het gevoel dat ze voldoende worden uitgedaagd en dus krijgen zij niet het positieve gevoel dat bij ‘competentie’ hoort. De basisbehoefte wordt dus niet ingevuld. Ze hebben wel het vertrouwen dat ze het reguliere werk kunnen én dat ze de gewenste resultaten behalen, maar het lichaam levert hun niet de positieve gevoelens op. De basisbehoefte wordt dus niet ingevuld.
Flow als gevoel
De leerlingen willen ook graag het gevoel van ‘flow’ voelen zoals Mihaly Csikszentmihalyi heeft beschreven. In onderstaand plaatje wordt weergegeven wat hij hiermee bedoeld. Als iemand zijn sterke competenties (skills) mag in zetten voor een echte uitdaging (challenge) dan kan je in een staat van flow belanden. Dit voelt heel fijn: dit is intrinsieke motivatie in beste vorm. Het is namelijk een staat van zijn, waarbij je alles om je heen vergeet. Zo geconcentreerd ben je dan. Frank Boeijen heeft hier een prachtige uitspraak over gedaan: concentratie is een vorm van geluk. Daar wil iedereen heel veel van voelen.
Incompetent
Door nooit ‘flow’ te voelen ontstaat zelfs het gevoel van hulpeloos of incompetent. Dat is toch bijzonder? Je bent enorm competent om het reguliere werk te doen en van binnen ontstaat er een psychologisch incompetentie als gevoel. Niet gek dat je dan ongemotiveerd raakt. Je wilt dit gevoel zo min mogelijk voelen. Het is een rotgevoel.
Om de basisbehoefte in te vullen moet je dus wel aansluiten bij de juiste uitdaging: anders laat je het kind zitten met een rotgevoel. Op langere termijn kan dit leiden tot apathie. Dit is de verveling al lang voorbij. Dit heet onderpresteren (zie blauwe vakje in het plaatje hierboven).
Formule
Maar ik heb een formule beloofd. Een formule die hoort bij het gevoel van competent zijn. Want als je je competent voelt, dan is alvast één stukje ingevuld van het ABC-tje van motivatie.
Hier komt de formule voor het gevoel van competentie:
Gevoel van competentie = vertrouwen + uitdaging + vaardigheden
Je voelt pas competentie als je vertrouwen hebt in je eigen kunnen, je iets doet met de juiste uitdaging (net buiten je comfortzone) en je over de vaardigheden beschikt om de gewenste resultaten te behalen.
Als leerkracht (of ouder) kun je ondersteunend zijn bij deze drie onderdelen. En cruciaal hierbij is het onderdeel ‘uitdaging’, want hiervoor zijn de (hoog)begaafde leerlingen vaak volledig afhankelijk van de omgeving. De school en/of ouders bepalen wat zij leren en welk werk zij moeten doen. Zonder uitdaging gaat het gevoel van competentie op een hellend vlak. En daarmee zakt de motivatie.
In een volgend blog ga ik in op een ander onderdeel van het ABC-tje van competentie.
Mijn laatste vraag: is er bij jou een ander inzicht ontstaan wat motivatie vormt en hoe (hoog)begaafde leerlingen zich toch incompetent gaan voelen?
Opleiding of losse modules specialisatie meer- en hoogbegaafdheid
Voor zowel basis- als gevorderd niveau geven Merel Sprong en Sonja Morbé modules voor leerkrachten in het specialisme meer- en hoogbegaafdheid. Wil je meer weten, kijk dan eens op de volgende pagina’s:
Wat een ontzettend informatief maar ook herkenbaar stuk heeft u geschreven! Ik ben als startend docent bezig met competentie en motivatie voor een schoolopdracht en ga uit uw blog citeren. Heel erg bedankt.
Leuk om te horen! Graag gedaan en veel succes met de opdracht 🙂
Sonja